Elke persoon heeft het recht om een menswaardig leven te kunnen leiden. Als dit voor jou niet mogelijk is, en je voldoet aan de voorwaarden, kan je een leefloon krijgen.
Voorwaarden
Om recht te hebben op het leefloon moet je aan volgende voorwaarden voldoen:
- Je werkelijke verblijfplaats is in België;
- Je hebt de Belgische nationaliteit, of je bent een
- burger van de Europese Unie of familielid van een burger van de Europese Unie, met een verblijfsrecht van meer dan drie maanden
- vreemdeling ingeschreven in het bevolkingsregister
- staatloze
- erkende vluchteling
- persoon met statuut van subsidiaire bescherming;
- Je bent meerderjarig (= 18 jaar of ouder) of je bent door een huwelijk meerderjarig verklaard, je hebt kind(eren) ten laste of je bent in verwachting;
- Je beschikt over onvoldoende inkomsten, je kan er geen aanspraak op maken en je bent niet in staat ze te verwerven door persoonlijke inspanningen of andere middelen;
- Je bent werkzoekend, tenzij dit niet kan om redenen van gezondheid of billijkheid;
- Je hebt eerst je recht op andere mogelijke sociale uitkeringen gebruikt (bv. je recht op werkloosheidsuitkering, pensioen, studietoelage ...;
- Je bent bereid om, samen met de maatschappelijk werker, doelstellingen voor de komende tijd te omschrijven en afspraken te maken.
Procedure
- Je neemt contact op met het OCMW en geeft aan dat je een vraag rond het leefloon hebt.
- Een maatschappelijk werker gaat een gesprek met je plannen om precies te weten wat je vraag is.
- De maatschappelijk werker zal een sociaal-financieel onderzoek doen om te weten of je in aanmerking komt voor een leefloon of maatschappelijke integratie. Het is de bedoeling dat je hier actief aan meewerkt.
- Op basis van dit onderzoek zal het OCMW beslissen of je effectief een leefloon toegekend krijgt. Het is ook mogelijk dat er een andere vorm van dienstverlening aangeboden wordt.
Wat heb je nodig?
Bij het eerste contact met het OCMW breng je best volgende zaken mee:
- identiteitskaart;
- als er inkomsten zijn, bewijzen van de huidige inkomsten van jou en eventueel je gezinsleden (dit geldt niet voor minderjarige kinderen);
- een overzicht van je spaargelden.
Het is mogelijk dat de maatschappelijk werker je nog bijkomende zaken vraagt.
Bedrag
Het bedrag waarop je recht hebt, wordt bepaald op basis van je familiale toestand. Er bestaan drie categorieën.
- Categorie 1: Samenwonende
Wanneer je met iemand samenwoont met wie je de uitgaven voor het huishouden (huur, energie ...) deelt, word je beschouwd als samenwonende. Dat moet niet noodzakelijk met je partner zijn. - Categorie 2: Alleenstaande
Wanneer je alleen woont, word je beschouwd als een alleenstaande. - Categorie 3: Samenwonende met gezinslast
Wanneer je minstens één minderjarig, ongehuwd kind ten laste hebt, word je beschouwd als samenwonende met gezinslast. Als je in dit geval samenwoont met een partner, geldt dit bedrag voor jullie beiden samen.
Regelgeving
Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.