Gemeente Putte
De gemeente Putte ligt in een overgangsgebied tussen de Mechelse groentestreek en de Zuiderkempen. In 1977, bij de gemeentefusie, werden Beerzel en een deel van het gehucht Peulis aan Putte toegevoegd. Op deze manier werden twee autonome gemeenten of vier kerkdorpen tot een nieuw administratief geheel versmolten.
Putte
Anno 1008 vindt men Putte terug onder de naam Badfride/Befferen, daar zou de "Hoofdbank van Befferen" recht hebben gesproken. Vervolgens kan men de namen Wavre St. Nicolay, Sint-Niklaas-Waver, De Sancto Nicolao De Puteo, Putte Sancti Nycholai nalezen. Uiteindelijk blijft alleen de naam PUTTE over.
Beerzel
Reeds in de negende eeuw staat dit dorp vermeld, maar er zal nog geruime tijd overheen gaan voor we de huidige benaming tegenkomen. Anno 1151 heette het nog Barsale. Later volgden er nog Bersela, Beersele, Beersel-op-den-Bosch(ter onderscheiding van Beersel in de provincie Brabant) en gewoonweg Beersel. Anno 1932 wordt de definitieve naam BEERZEL.
Grasheide
De plaatsnaam van dit gehucht is verbonden met de familie Gas, die vroeger eigendommen bezat in het oostelijk en zuidelijk gedeelte van Putte. De naam veranderde in de loop der jaren van Gastheyde, Gasheyden naar GRASHEIDE.
Peulis
Over de herkomst van deze naam bestaan verschillende versies. Zo wordt enerzijds gedacht aan een vervorming van de familienaam Poluus (14e eeuwse inwoner) of Pee Lens, een inwoner van de 19e eeuw die in de Peulisstraat woonde. Anderzijds denkt men dat het afgeleid is van het woord paalt of peulte wat moeras of laag gelegen stuk grond betekent.
Wat er ook van zij, ook deze naam heeft de nodige wijzigingen ondergaan, van Poeluus en Poelis tot het huidige PEULIS.
Wapenschild
Het wapen dat bij Koninklijk Besluit van 29 mei 1858 aan de gemeente Putte werd toegekend, was het persoonlijke wapen van zijn eerste heer en baron, Antonius Ferdinandus van Broeckhoven. Het wapenschild kan als volgt omschreven worden: op een veld van lazuur (blauw) met een uitgetand omboordsel van goud (geel) staan drie molenijzers (kunstmatige wapenfiguren) eveneens van goud (geel). Vroeger werd het wapen gehouden door twee leeuwen die ieder een banier droegen, de eerste met het wapen van het schild, de tweede met het oude Putse wapen uit de tijd van de Berthouts, zijnde op een veld van goud (geel) drie palen van keel (rood), met een band van lazuur (blauw) dwars eroverheen, waarop drie schelpen van goud (geel).